Godin van groei en vruchtbaarheid
Het Demeter-keurmerk is genoemd naar godin Demeter uit de Griekse oudheid: de godin van groei en vruchtbaarheid. In de beeldende kunst van de oudheid wordt Demeter vaak afgebeeld met korenaren in de hand.
Het Demeter-keurmerk is genoemd naar godin Demeter uit de Griekse oudheid: de godin van groei en vruchtbaarheid. In de beeldende kunst van de oudheid wordt Demeter vaak afgebeeld met korenaren in de hand.
In de Griekse mythologie is Demeter de vierde echtgenote van Zeus (ook haar broer!). Samen hebben ze een dochter: Persephone (ook wel Kore genoemd). Demeter is een zeer toegewijde moeder, wat in haar naam terug te vinden is: mètèr = moeder. Op een dag plukt dochter Persephone bloemen in een weide. Op het moment dat ze voorover buigt om een prachtige narcis te plukken, scheurt de aarde open en komt Hades, de god van de onderwereld omhoog. Hij grijpt Persephone en verdwijnt onmiddellijk de diepte in. Persephone verzet zich hevig en roept haar vader om hulp, maar die reageert niet. Demeter hoort Persephone wel, snelt te hulp, maar is te laat. Wanhopig en verdrietig zwerft Demeter rond de aarde, op zoek naar haar dochter. Tijdens haar tocht wordt ze gastvrij ontvangen door de koning van Eleusis. Als dank leert Demeter zijn zoon Triptolemus de geheimen van het zaaien en het ploegen. Zo wordt Demeter ook de godin van de agrarische samenleving.
Verboden granaatappelpitten
Uiteindelijk vertelt de alziende zonnegod Helios aan Demeter dat Persephone bij Hades in het schimmenrijk vertoeft. De voor Demeter onbereikbare Persephone zorgt voor intens verdriet, waarvan de gevolgen groot zijn: er dreigt hongersnood, omdat er niets meer groeit en niets meer geboren wordt. Zeus ziet in dat hij moet ingrijpen en stuurt zijn boodschapper Hermes naar de onderwereld om Persephone te halen. Hades moet haar laten gaan, maar voordat Persephone vertrekt, biedt hij haar nog wat granaatappelpitten te eten aan. Helaas, had Persephone niets gegeten, dan had ze de onderwereld kunnen verlaten. Omdat ze de granaatappelpitten wel at, kan ze acht maanden van het jaar bij haar moeder zijn. De resterende tijd moet ze terugkeren naar Hades in de onderwereld. Voorlopig is Demeter dolblij en herstelt de vruchtbaarheid van de aarde, zodat de mensen weer hun voedsel kunnen verbouwen.
Oercyclus: dood-groei-leven
In het voorjaar, als Persphone bij haar is in de wereld van wind en zonneschijn, is Demeter in een vrolijke stemming. De vogels zingen, planten lopen uit, mensen kunnen voedsel verbouwen en op een rijke oogst rekenen. Demeter is immers de godin van de landbouw en het koren, schenkster van groei en vruchtbaarheid. Behalve dat Demeter verzorgt, veroorzaakt ze óók jaarlijks de stilstand van de groei. Als haar dochter voor vier maanden in de onderwereld verdwijnt, is Demeter bedroefd en groeit er niets. De godin is verantwoordelijk voor de wisseling van de seizoenen en de oercyclus dood-groei-leven.
Geschiedenis van de biodynamische landbouw