Dierenwelzijn

De aard van het beestje

Een biodynamische boer geeft zoveel mogelijk ruimte aan het natuurlijke gedrag van het dier. Dat betekent dat ze voer krijgen dat bij hen past. Koeien eten voornamelijk hooi en gras. Kippen krijgen juist een gevarieerd menu van granen en peulvruchten. De overeenkomst is dat alle dieren zoveel mogelijk buiten lopen en een ruime stal hebben met frisse lucht en daglicht.

Dierenwelzijn staat hoog in het vaandel

Hanen bij de kippen

Een kip is van oorsprong een bosvogel die ’s nachts met de groep in boomkruinen slaapt en haar eieren in een beschut nestje legt. Op een biodynamisch pluimveebedrijf wordt deze omgeving nagebootst met een nachthok waar de kippen zij-aan-zij op stok zitten. De eieren kunnen ze juist met privacy leggen in afgeschermde nesten. Ook buiten wordt er aan het levenskwaliteit van de kippen tegemoet gekomen met de aanplant van struiken en bomen. In de beschutting van takken en bladeren voelen de kippen zich veilig voor roofvogels. Op circa dertig kippen scharrelt er een haan mee in de groep. Hij waarschuwt zijn dames bij onraad en als het nodig is, jaagt hij met gevaar voor eigen leven een vos of ander roofdier weg.

Gehoornde koeien en geiten

Biodynamische koeien en geiten mogen hun hoorns houden. Om de rangorde in de kudde op een veilige manier te bepalen, hebben gehoornde dieren zowel binnen als buiten genoeg bewegingsruimte nodig. De stallen op biodynamische boerderijen zijn dan ook extra groot. Kalfjes en jonge geitjes worden gevoed met verse melk. De eerste dagen drinken ze dat zelf bij hun eigen moeders. Op een groeiend aantal biodynamische boerderijen blijven de jonge dieren zelfs een paar weken tot drie maanden bij hun (pleeg)moeder lopen. Hoorns spelen ook een rol voor de beschikbaarheid van mineralen bij drachtige dieren en bij de spijsvertering.

Kringlooplandbouw bevordert het dierenwelzijn

Het gesloten landbouwsysteem, waar de biodynamische landbouw aan werkt, is bevorderend voor het dierenwelzijn. Neem bijvoorbeeld de biodynamische melkveehouders. Bij hen begint de kringloop met zoveel mogelijk weidegang, eigen voerteelt en stro in de stal. Ze sluiten de kringloop zoveel mogelijk door stromest uit de stal uit te brengen over het land, om zo de bodem vruchtbaar te houden. Omdat biodynamische melkveebedrijven geen gebruik maken van kunstmest en geïmporteerd veevoer worden ze door de overheid erkend voor hun bijdrage aan de vermindering van het stikstofprobleem. Weidegang, ruwvoer (hooi en kuilgras van eigen land) en een strobed sluiten het beste aan op de natuurlijke behoefte van de koe. Binnen het grotendeels gesloten landbouwsysteem is het aantal dieren op het boerenbedrijf in overeenstemming met de eigen beschikbare voederoppervlakte, soms uitgebreid met een te begrazen aangrenzend natuurgebied. Dat maakt de import van krachtvoer nagenoeg overbodig. Voor de dieren betekent dit dat ze zowel buiten als binnen veel leefruimte hebben, wat hun welzijn bevordert.

Problemen in de reguliere landbouw
De omgang met dieren in de biodynamische landbouw is in essentie een totaal andere weg dan die van de reguliere landbouw. Doordat de reguliere landbouw zich heeft gericht op een zo hoog mogelijke productie en zo laag mogelijke prijzen hebben ze een sector gebaard met veel dieren welzijns engezondheidsproblemen de bio-industrie. Het fijnstof, de mestoverschotten, mega-stallen en dierziekten ontwrichten ons landschap en vervuilen onze leefomgeving. Deze problemen reiken verder dan Nederland: ook in de landen waar op grote schaal het veevoer voor onze bio-industrie wordt verbouwd, worden de natuur en lokale voedselvoorziening ontwricht.

Dierenwelzijn

Biodynamische zuivel, eieren en vlees zijn van dieren die een dierwaardig leven hebben gehad.

Nieuws & blogs