Vruchtwisseling en rust
Biodynamische akkerbouwers en tuinders telen vaak wel twintig à zestig gewassoorten. Deze gewassen telen ze in een rotatie van vijf tot zeven jaar, dat betekent dat bijvoorbeeld wortelen maar eens in de vijf à zeven jaar op hetzelfde perceel worden geteeld. Vruchtwisseling brengt de bodemvruchtbaarheid in balans: het ene gewas haalt namelijk bepaalde voedingsstoffen uit de grond, en het andere gewas brengt ze juist terug. Ook werkt vruchtwisseling preventief tegen ziektes en plagen: de grote variatie aan gewassen trekt een grote variatie aan micro-organismes en insecten aan, die elkaar onder controle houden. Binnen de vruchtwisseling is ook een groenbemester ingepland, zoals grasklaver of Japanse haver. Met deze groenbemester krijgt de bodem rust om te herstellen, aansluitend op het ritme van de natuur.
Beter bestand tegen klimaatverandering
Een levende en humusrijke bodem is weerbaarder voor de toenemende weerextremen, die het gevolg zijn van klimaatverandering. Het rijke bodemleven maakt de bodem poreus en de organische humus zorgt voor een sterke samenhang. Bij zware regenval neemt deze poreuze en samenhangende bovengrond het regenwater goed en snel op en is minder gevoelig voor wegspoeling (erosie). Gedurende langdurige droogtes houdt een levende en humusrijke bodem het water beter vast.
Schoon drinkwater
Biodynamische landbouw beschermt het oppervlakte- en grondwater. Onze humusrijke bodems filteren het regenwater: de humus bindt de voedingsstoffen en houdt ze in de bodem, waardoor de bodem vruchtbaar blijft en nitraten en fosfaten niet uitspoelen naar het oppervlakte- en grondwater. Ook dankzij de strenge mestnormen en het verbod op chemische bestrijdingsmiddelen, vervuilt de biodynamische landbouw niet tot nauwelijks de bodems en het oppervlakte- en grondwater.