Veelgestelde vragen

Algemene vragen

Demeter kippen krijgen kippenvoer wat 100% van biologische oorsprong is. Daarnaast moet minstens 50% van hun voer ook Demeter gecertificeerd zijn, en 50% van het voer moet van het eigen bedrijf komen, of van een bedrijf waarmee het Demeter bedrijf een samenwerking heeft.

Wat de soort ingrediënten betreft zijn er geen normen, behalve dat ze plantaardig moeten zijn (met uitzondering van melk, melkproducten, wei en eieren). Daarin is de boer vrij om zelf te bepalen (wat het beste voor zijn kippen is). Vaak bestaat het rantsoen voor het grootste gedeelte uit granen en peulvruchten, zoals tarwe, mais, veldbonen en soja. De kippen krijgen een uitgebalanceerd dieet met daarbij de juiste hoeveelheid vitaminen en mineralen welke o.a eiwitten/aminozuren bevatten die essentieel zijn voor de kip. De sojaboon en ook de veldboon zitten boordevol eiwit en is daarom van belang voor een gezonde en blije kip.

Bijna alle soja voor biologisch voer is oerwoudvrij. Dit wordt gedaan door middel van RTRS gecertificeerde soja te kopen. De Round Table of Responsible Soy (RTRS) is een internationaal samenwerkingsverband dat probeert ontbossing tegen te gaan door de productie van soja te certificeren. Zo’n certificaat geeft aan dat de soja op een milieuvriendelijke manier verbouwd is. Daarnaast zijn er ook sociale en economische aspecten.

Om er nog zekerder van te zijn, wordt alle soja uit de EU gehaald. Op die manier weten de pluimveehouders zeker dat er geen oerwoud voor gekapt is. Veel van die soja komt uit Oekraïne en om die reden is het sinds vorig jaar helaas niet mogelijk om alles uit de EU te krijgen. Nu komt de soja veelal uit India of China met hierbij het RTRS-certificaat.

Er komen bij ons regelmatig vragen binnen over vaccinatie van landbouwhuisdieren en de Demeter normen. Vooral over vaccinaties bij kippen en het soort vaccin leven er vragen.

De biologische en biodynamische landbouw wijzen genetische modificatie af. Momenteel lobbyen we samen met onze Europese partners om te voorkomen dat nieuwe genetische gemodificeerde organismen (ggo’s) gedereguleerd worden in Europa voor zaadgoed en de gewassen als gevolg daarvan onherkenbaar op de markt zouden verschijnen.

Omdat er bij planten sprake is van risico op uitkruizing – contaminatie met non gmo gewassen en -met onvoorziene gevolgen voor de wilde natuur, gaat dit een stap verder dan gebruik van technieken om tot vaccins te komen.

Niettemin zijn we ook tegenstander van gentech vaccins voor landbouwdieren. Maar ook hier is het een ingewikkelde strijd om daarvan gevrijwaard te blijven.

Demeter is onderhavig aan de biologische wettelijke regelgeving en hanteert daarboven een aantal eigen aanvullende regels. Wanneer overheden vanwege een door hun benoemd maatschappelijke belang – zoals bv. grootscheepse uitbraken van vogelgriep met ook risico’s voor overdracht naar de mens – bepaalde vaccinaties verplicht stellen dan is de biologische en daarmee ook de biodynamische landbouw daaraan gehouden en mag het onder bio label verkocht blijven worden.

Op dit moment worden er veldproeven gedaan met de twee goedgekeurde vaccins in Nederland tegen vogelgriep bij kippen, deze moeten echter eerst nog door de EU goedgekeurd worden en dit is een traject wat waarschijnlijk nog een jaar gaat duren.

Hieronder uitleg van vogelgriepexpert Thijs Kuiken, verbonden aan het Erasmus Mc:

‘De twee vaccins die als geschikt uit de vaccinatieproef kwamen zijn vaccins gebaseerd op een kalkoenherpesvirus (herpesvirus turkey, HVT) waarin de genetische informatie van een immuniserend eiwit van vogelgriepvirus (de hemagglutinine, die de “H” deel is van b.v. H5N1 vogelgriepvirus) is ingebouwd d.m.v. genetische modificatie. Het vaccin—eigenlijk een infectieus virus, maar dan herpesvirus dat geen ziekte geeft i.p.v. het ziekmakende vogelgriepvirus—wordt ofwel in het ei, ofwel in een 1-dags kuiken geïnjiceerd, dat waarschijnlijk levenslang daarmee besmet wordt. Daardoor is het slechts nodig om 1 x te vaccineren. Het immuunsysteem van het dier komt in contact met die H-eiwit, en bouwt dan weerstand op daartegen, waardoor het dier beschermd is tegen ziekte of sterfte door het ziekmakende vogelgriepvirus en zoveel minder virus uitscheidt, dat het virus zich niet of nauwelijks verspreidt naar andere dieren, tenminste

onder laboratoriumomstandigheden.

Vaccins tegen infectieuze bronchitis en tegen Newcastle disease, die op dezelfde principe berusten, zijn al goedgekeurd door de Europese Unie, en worden al in de pluimvee-industrie in Europa gebruikt.

De geschikt gevonden vaccins zijn dus geen mRNA vaccins, maar vaccins gebaseerd op een genetisch gemodificeerde virus.’

Als die vaccins vervolgens goedgekeurd zijn, wil men gaan beginnen met het vaccineren van eendagskuikens. Het is nog niet duidelijk of dit een verplicht vaccin gaat worden of dat het vrijwillig is om de kippen te vaccineren. Dit gaat zeer waarschijnlijk in combinatie met de vergoeding vanuit het diergezondheidsfonds. Op dit moment betaalt iedere kippenboer een afdracht per kip aan dit fonds. Vanuit dit fonds worden vergoedingen betaald aan pluimveehouders wanneer deze geruimd worden als gevolg van vogelgriep en worden de kosten betaald van o.a. NVWA en ruimploegen.

Er wordt vanuit dit fonds gesproken dat deze vergoeding straks alleen nog uitgekeerd zal worden wanneer er ook gevaccineerd is met een erkend vaccin. Als dit werkelijk gaat gebeuren, is de schade in geval van een uitbraak dusdanig dat dit zonder compensatie niet te betalen is voor onze pluimveehouders.

We volgen de ontwikkelingen nauwlettend, maar er op dit moment nog teveel onduidelijkheid is om hier een standpunt over in te nemen.

Als er mensen zijn die daarover willen meedenken. Uw ideeën zijn welkom op [email protected] of [email protected]

Er zijn in Nederland vijf biodynamische boeren met meer dan duizend leghennen.
Deze vijf boeren leveren aan De Grote Kamp die deze producten verpakt en doorverkoopt aan de Nederlandse natuurvoedingswinkels. Het pakstation van de Grote Kamp wordt door de NVWA onderzocht volgens het nationaal plan residuen. Ook worden deze eieren regelmatig getest door Wageningen (WFSR) in opdracht van de Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Deze eieren bevatten concentraties PFAS die ruim binnen de veiligheidsnorm blijven.

Het laboratorium van het pakstation is inmiddels ook geaccrediteerd voor PFAS onderzoek en vanaf 1 februari zullen deze eieren ook in opdracht van de Grote Kamp zelf worden onderzocht op PFAS.

Tevens gaan we de situatie van onze boeren met een beperkt aantal kippen (<250), veelal hobbykippen de komende tijd verder onderzoeken.

Voor vragen of opmerkingen kunt u terecht bij [email protected]

Biodynamische landbouw beschouwt het landbouwbedrijf als een organisme met een balans en karakter. Balans om de vruchtbaarheid op peil te houden door middel van de combinatie plantenteelt en veehouderij. Karakter door een zelfverzorgde kringloop en door overige teeltmaatregelen. Zo worden gezonde, smaakvolle levensmiddelen geproduceerd die het Demeter-keurmerk dragen. Voeding met karakter, barstensvol leven. Hier lees je meer over de biodynamische landbouw.

Demeter-producten voldoen aan de EU-Verordening voor biologische landbouw en verwerking. Ze worden geteeld zonder kunstmest en chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en mogen daarom het biologisch en EKO-keurmerk dragen. Maar Demeter gaat verder op een aantal gebieden. Hier kun je een  3969 Demeter versus bio 2023 waarin het verschil is aangegeven.

In de BD-landbouw worden hogere normen gesteld, zoals het gebruik van minimaal 60% biologische mest en het diervoer dat voor minimaal 80% van het eigen BD-bedrijf afkomstig moet zijn. Een belangrijk verschil zit in het maximale behoud van eigenheid van de dieren. Dat betekent dat koeien hun horens behouden en varkens hun staart. Lees meer over de landbouwnormen

Ook op het gebied van de verwerking gaat Demeter in een aantal gevallen verder dan biologisch of EKO, zoals het niet-homogeniseren (= stukslaan van de vetdeeltjes) van melk en het uitsluiten van belastende toevoegingen aan producten. Lees meer over de verwerkingsnormen.

Demeter is het kwaliteitskeurmerk voor producten die afkomstig zijn uit de gecontroleerd biodynamische landbouw (kortweg BD-landbouw). Eventueel verwerkt door een gecertificeerde verwerker. Het Demeter-keurmerk wordt wereldwijd gevoerd. Hier vind je meer informatie over het keurmerk.

De gebruikelijke manier om naar gezondheid te kijken is: krijg ik alle bouwstoffen binnen? Demeter kijkt net even anders naar gezondheid. Planten, dieren en mensen zijn geen machines die gezond blijven door alleen naar de voedingsstoffen te kijken. De manier waarop een plant z’n voedingsstoffen uit de bodem haalt, bepaalt in belangrijke mate de gezondheid van die plant. Een slaplantje uit de kas, dat snel met kunstmatige voedingsstoffen wordt grootgebracht, kan niet meer bloeien en zaad vormen. Een Demeter-slaplant doet twee keer zo lang over de groei, maar heeft wel de levenskracht om zaad voort te brengen voor de volgende generatie. Wie zo’n levenskrachtig Demeter-product eet, voedt zichzelf. En dat is heel gezond.

Hier lees je meer over de vitaliteit van onze producten.

Het Demeter-keurmerk op een verpakking of groentekist is de garantie dat het product daadwerkelijk afkomstig is uit de biodynamische landbouw. De controle wordt uitgevoerd door een onafhankelijke organisatie die op BD-bedrijven, naast de biologische kwaliteitseisen, tevens de biodynamische kwaliteitseisen controleert. De garanties worden afgegeven door Stichting Demeter. Stichting Demeter is lid van de wereldwijd georganiseerde Demeter Internationaal. Zij is onafhankelijk en heeft geen belangen in bedrijven of producten.

Lees meer over Stichting Demeter.

In alle biologische speciaalzaken is in meer of mindere mate een assortiment Demeter producten te vinden. Verder zijn er diverse webwinkels met een Demeter assortiment, zoals de Hofwebwinkel maar ook de webwinkels van Ekoplaza en Odin/Estafette. Daarnaast hebben een aantal Demeter-boeren ook eigen (boerderij)winkels en huisverkoop.

In Nederland zijn op dit moment zo’n 25 melkveehouders die de kalveren bij de koe houden. Dat gebeurt voornamelijk in ligboxen- en potstallen op biologische en biodynamische melkveebedrijven. Demeter stelt geen eis dat kalfjes bij de koe moeten blijven.

Wel is een norm dat kalfjes minimaal 3 maanden bedrijfseigen melk krijgen en dus geen (biologische) poedermelk. Zo’n 20% van de boeren kiezen er dan voor om de kalveren bij de koe te laten lopen. Of een boer hiertoe overgaat, heeft met zeer veel factoren te maken: het type stal, het weideareaal en het diermanagement van de boer. De belangstelling hiervoor neemt wel toe, maar het is nog niet zover dat het een algemene norm is geworden.

Een andere Demeter-norm is dat kalveren vanaf 7 dagen oud in groepsverband moeten worden gehouden. Uitgangspunt bij Demeter is dat de dieren zich naar hun aard kunnen bewegen. Onze koeien hebben meer vierkante meters per koe. Ook moet er voldoende licht zijn in de stallen. Daarnaast houden de koeien hun horens, welke een rol spelen bij de spijsvertering en dus indirect van invloed zijn op de melk. Verder is weidegang verplicht en komt minstens 80% van het voer van het eigen bedrijf om zo de kringloop zoveel mogelijk te sluiten.

In 2016 ontstond door een aangenomen motie van de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer een maatschappelijke discussie over de directe scheiding van koe en kalf. Hierdoor kwam de kwestie ook weer ter sprake bij Stichting Demeter. Omdat vanuit de biodynamische visie en dierenwelzijnsoogpunt de vroege scheiding discutabel is, heeft Stichting Demeter een student van de Wageningen Universiteit onderzoek laten doen. Doel was inzicht te krijgen in de huidige werkwijze van de 44 Demeter-gecertificeerde en aspirant melkveehouders rondom het afkalven en het opfokken van jongvee. Ook zijn voor- en nadelen van een zoogsysteem volgens de melkveehouders inzichtelijk gemaakt en is de melkveehouders gevraagd naar een toekomstvisie voor Stichting Demeter.

Het stage- en onderzoeksverslag van Margret Lisanne Wenker (WUR MSc Animal Sciences, specialisatie Dierlijke Productie Systemen) kun je hier downloaden.

Hieronder vind je nog meer onderzoeksresultaten:

FIBL Mother-bonded and Fostered Calf Rearing in Dairy Farming

In tegenstelling tot biologische melk is Demeter-melk niet gehomogeniseerd en heeft alleen de wettelijke behandeling van pasteurisatie ondergaan. Meer over homogeniseren lees je hier.

Heb je vragen of opmerkingen? Stuur dan een e-mail naar [email protected] of bel met nummer 0343-522355. Wij doen ons best om uw vragen zo goed en snel mogelijk te beantwoorden.

Door onze normen over de percentages eigen voer die onze boeren verplicht zijn om voor de dieren te verbouwen, werken onze boeren in hoge mate grondgebonden en is er in verhouding tot gangbaar geen sprake van grote aantallen landbouwhuisdieren. Dieren staan in de biodynamische landbouw  -naast de productie van zuivel, vlees en eieren –  vooral in het teken van bodemvruchtbaarheid en de boeren voldoen aan de hoogste standaarden voor dierenwelzijn, gericht op de ruimte creëren voor zoveel mogelijk dier-eigen gedrag.

In Nederland hebben we totnogtoe geen Demeter gecertificeerd varkensvlees met alleen (een lokale uitzondering: Ridammerhoeve voor eigen verkoop). Ook omdat de vraag hiernaar ontbreekt.

Slachterijen vallen onder twee categorieën, aan de ene kant zijn er de bedrijven die de dieren slachten, aan de andere kant zijn er de bedrijven die de dieren vervolgens verwerken tot product voor consumenten.

Als Demeter hebben wij alleen bedrijven onder licentie die de dode dieren verwerken. De bedrijven die de dieren slachten, ook voor een stukje Demeter vlees, moeten wel voldoen aan de Skal- lees Europese wetgeving voor biologisch –  normen.

Wij hebben wel aanvullende voorwaarden voor het beperken van stress voor het slachten (zie 14.5.1 van ons handboek), zo is de maximale reisafstand voor een dier 60 minuten.

In de praktijk zie je dat veel van onze boeren op zoek gaan naar een kleine slachterij in de buurt waarvan zij zich verzekeren dat het er zo diervriendelijk mogelijk aan toe gaat. Dit betekent soms ook dat ze kiezen voor een kleine slachterij die geen Skal keurmerk heeft (omdat ze daar in verhouding tot de kosten te klein voor zijn) . In dat geval wordt het vlees niet onder het Demeter keurmerk verkocht, maar komt het wel beschikbaar via huisverkoop.

Voor het pluimvee bestaat  er momenteel helaas maar 1 optie omdat ze maar kleine hoeveelheden kippen tegelijk aanleveren. Bij deze slachterij (W. van der Meer en zonen) wordt gewerkt met elektrische baden om de kippen te doden. Er is discussie of een elektrisch bad beter is dan vergassen. Sommigen dierenactivisten zijn voorstander van vergassen als minst onvriendelijke methode.

Idealiter zou het mobiele slachten op het boerenerf van de grond komen zodat er geen transport hoeft plaats te vinden. Er vinden momenteel meerdere experimenten plaats met mobiel slachten. Dit is mogelijk een goede optie voor de nabije toekomst.

Meer lezen over onze verhouding tot dieren, vegan en de toekomst? Zie hieronder link naar artikel in winternummer lekker(w) eten van EkoPlaza
https://view.publitas.com/ekoplaza/lekker-weten-2019-feest/page/40-41
https://view.publitas.com/ekoplaza/lekker-weten-2019-feest/page/42-43

Over smaak valt te twisten. Wie gewend is aan witbrood, heeft moeite met volkoren brood. Omgekeerd geldt hetzelfde. Wie bijvoorbeeld gewend is aan Demeter-melk, vindt gewone melk een beetje kaal. De romige smaak van Demeter-zuivel wordt onder meer veroorzaakt doordat zij niet gehomogeniseerd wordt. Want Demeter streeft ernaar de volle, natuurlijke smaak te behouden.

Preparaten

Grondlegger van de biodynamische landbouw Rudolf Steiner raadde tijdens zijn Landbouwcursus in 1924 aan om bepaalde preparaten toe te passen. Het gebruik hiervan is karakteristiek voor de biodynamische landbouw. Geneeskrachtige planten, koemest en gemalen bergkristal worden in een dierlijke omhulling verpakt en gedurende een deel van het jaar in de bodem bewaard, waar ze de krachten die in de aarde leven en de kosmische constellaties in zich opnemen. Het gebruik van deze preparaten – ze worden ook wel bio-organisers genoemd – ondersteunt alle levensprocessen in de wijde omgeving van het landbouwbedrijf. Het maken en toepassen van biodynamische preparaten is een ritueel dat de verbinding van boeren en tuinders met de levensprocessen versterkt en hen scherpt als waarnemers.

Het verzorgen van leven heeft, net als bij onszelf, alles te maken met ritme en balans. De preparaten bevorderen de afstemming van levensprocessen op kosmische ritmes en samenhangen. Dat draagt bij aan een vruchtbare bodem, aan gezonde planten en dieren, en aan optimale voedingskwaliteit.

De klassieke biodynamische preparaten, zoals Rudolf Steiner die heeft beschreven, zijn twee spuitpreparaten en zes compostpreparaten. De spuitpreparaten (kiezel- en koemestpreparaat) worden over de gewassen of over de akker gespoten. Ze vormen samen een eenheid, waarbij het koemestpreparaat de verbinding van de gewas met de aarde versterkt en het kiezelpreparaat de verbinding met de vormende, kosmische krachten. De compostpreparaten (duizendblad-, kamille-, brandnetel-, eikenschors-, paardenbloem- en valeriaanpreparaat) worden aan de composthoop of de mest toegevoegd. Elk preparaat heeft een nummer gekregen (500 tot 507).

Sommige mensen gebruiken ‘vegetarische preparaten’, gemaakt van dezelfde planten als de klassieke preparaten, maar zonder dierlijke omhulling. In de loop der jaren zijn er ook andere preparaten ontwikkeld, zoals het driekoningenpreparaat en het koevlaaienpreparaat. Een overzicht van de preparaten staat in het kader.

Overzicht van de preparaten

SPUITPREPARATEN

‘Als het u nu lukt om het gewone bemesten met deze vorm van, laat ik zeggen, ‘geestelijke mest’ te verbinden, dan zult u wel zien hoeveel vruchtbaars er uit deze zaak kan voortkomen.’ (Alle quotes in dit overzicht zijn uit de Landbouwcursus van Rudolf Steiner.)

Koemestpreparaat (500)

Het koemestpreparaat verlevendigt de bodem en stimuleert bodemleven, ontkiemen van zaad en groeikracht van het gewas. Koeienhoorns worden in het najaar met koeienmest gevuld en ingegraven en in het voorjaar weer opgegraven. De inhoud van de hoorns wordt vervolgens in water geroerd (gedynamiseerd). Dit water wordt over de akker gesproeid. Dat kan na de winter over alle akkers, weilanden en beplantingen. Andere momenten kunnen zijn: na bemesten, bij het uitstoelen van het graan, na het maaien van grasland of bij de laatste grondbewerking voor het zaaien, planten of poten.

Kiezelpreparaat (501)

Het kiezelpreparaat versterkt de weerstand tegen ziekten en plagen en bevordert smaak, kwaliteit en rijping. Het wordt gebruikt tijdens de plantengroei ‘als datgene zich vormt wat men wil oogsten’. Het kan ook over het gewas worden gespoten, wanneer het langere tijd donker weer is. Koeienhoorns worden in het voorjaar gevuld met het fijngemalen mineraal bergkristal en ingegraven. In het najaar wordt het opgegraven. In een glazen pot die in het licht wordt bewaard, blijft het preparaat jarenlang bruikbaar. De kiezel wordt in water geroerd en ’s ochtends vroeg over het gewas verneveld.

COMPOSTPREPARATEN

‘We zullen door deze zes ingrediënten zowel van gier als van stalmest en compost een voortreffelijke mest kunnen maken.’

Duizendbladpreparaat (502)

‘Duizendblad werkt al buitengewoon weldadig als ze langs de rand van de akkers groeit. Duizendblad werkt gunstig op haar omgeving, zoals sommige sympathieke mensen in een gezelschap werken, louter door hun aanwezigheid.’

Duizendbladbloemen worden in een hertenblaas bewaard, in de zomer boven de grond en daarna in de winter onder de grond.

Kamillepreparaat (503)

‘We zullen door zo te bemesten [door toevoegen van kamillepreparaat] gezondere planten, werkelijk gezondere planten kweken dan wanneer we niet aan een dergelijke bemesting doen.’

Stukjes runderdarm worden gevuld met kamillebloemen. Deze worstjes worden in het najaar begraven en in het voorjaar weer opgegraven.

Brandnetelpreparaat (504)

‘Door deze toevoeging wordt de mest gewoonweg verstandig gemaakt en vooral ook in staat gesteld om de aarde waar hij nu doorheen wordt gewerkt verstandig te maken, zodat die zich individualiseert ten gunste van de planten die we op deze manier willen telen.’

De bovengrondse delen van de brandnetel worden verzameld en gedurende de winter ingegraven, zonder gebruik te maken van een dierlijk orgaan.

Eikenschorspreparaat (505)

‘Door dit middel wordt nu iets aan onze meststoffen meegegeven wat hun werkelijk de krachten schenkt om schadelijke plantenziekten preventief te voorkomen, tegen te houden.’

Schors wordt van de stam van een zomereik geschraapt. Deze stukjes schors worden in de schedel van een landbouwhuisdier gedaan, die gedurende de winter wordt begraven.

Paardenbloempreparaat (506)

‘De onschuldige gele paardenbloem is een buitengewone weldaad voor de omgeving waarin hij groeit. Hij is echt een soort afgezant van de hemel. Het preparaat zal de bodem het vermogen geven precies zoveel kiezelzuur uit de kosmos aan te trekken als voor de planten nodig is, zodat de planten gevoelig worden voor alles wat in hun omgeving werkt en vervolgens zelf aantrekken wat nodig is.’

Paardenbloemen worden verpakt in een koeiendarmscheil (mesenterium of buikvlies) en gedurende de winter in de bodem bewaard.

Valeriaanpreparaat (507)

‘Als we dit verdunde sap van valeriaanbloemen heel fijn verdeeld over de mest toevoegen, dan kunnen we de mest ertoe brengen zich speciaal tegenover dat wat forforsubstantie wordt genoemd op de juiste manier te gedragen.’

Valeriaanbloemen worden geperst en het sap wordt verdund over de composthoop verneveld. In het vroege voorjaar kan het ook bij kou en dreigende nachtvorst als verwarmend preparaat over bodem, fruitbomen en gewassen worden gesproeid.

OVERIGE PREPARATEN

Equisetumpreparaat (508)

‘We kunnen uit Equisetum arvense een soort thee maken, tamelijk geconcentreerde thee, die we dan verdunnen en als gier toepassen op die velden waar dat nodig is, waar we roest en dergelijke plantenziekten willen bestrijden.’

Thee van verse of gedroogde heermoesplanten (Equisetum arvense) kan verdund over gewassen worden gesproeid om schimmelziektes te bestrijden.

Driekoningenpreparaat

Hugo Erbe heeft een preparaat ontwikkeld met wierook, goud en mirre. Nadat het in water is geroerd, wordt het over de grond gesprenkeld tijdens een wandeling langs de buitengrens van het landbouwbedrijf. Het versterkt het vermogen van de ‘huid’ van het bedrijf om goede dingen binnen te houden en minder goede dingen buiten te houden.

Koevlaaienpreparaat

Maria Thun heeft het koevlaaienpreparaat ontwikkeld op basis van koemest, eierschalen, basaltmeel en compostpreparaten. Het bevordert humusvorming en verbetert de bodemstructuur. In Duitsland wordt het preparaat veel gebruikt voor grond die wordt omgeschakeld.

Vegetarisch preparaat

May Bruce heeft een vegetarisch preparaat ontwikkeld op basis van dezelfde planten als de klassieke preparaten, maar zonder de dierlijke omhulling. Ze worden gedroogd en vanuit een meditatieve houding per soort in een vijzel vermalen en vervolgens gemengd. De bereidingswijze staat beschreven in het boek De mens tussen aarde en kosmos van Guurtje Kieft. De Zonnetuin  van Guurtje Kieft is opgehouden maar de cursussen en het maken van de vegetarische preparaten is overgenomen door Carmencita de Ruiter. Zie hier haar website.

Het is leuk en leerzaam op je aan te sluiten bij een groep boeren, zodat je samen preparaten kunt maken. Of je kunt meedoen aan een cursus. Wil je het liever zelf doen? Je zou met bijvoorbeeld twee preparaten kunnen beginnen en volgend jaar weer twee andere. De overige preparaten bestel je in het begin via de webshop.

Steeds meer boeren zoeken elkaar op om samen preparaten te maken. Ze maken er een gezellige en inspirerende dag van, soms met een lezing of een workshop erbij. Stichting Demeter verzamelt informatie over deze initiatieven, op te vragen via [email protected]. Of kijk op site van de BD-vereniging voor preparatengroepen.

Elk jaar vinden enkele cursussen plaats, zowel bedoeld voor professionele boeren en tuinders als hobbytuinders, die wat meer willen weten over de achtergronden van de preparaten en het maken ervan en er ervaring mee op willen doen. Deze cursussen worden aangekondigd op onze website of op te vragen via [email protected].

De BD-Vereniging heeft een publicatie waarin uitgebreid staat beschreven hoe je de preparaten kunt maken. De schrijvers, Jola Meijer en Albert de Vries, hebben zelf jarenlange ervaring en geven allerlei praktische tips; over hoe je valeriaanbloemen perst, een darm droogt, maar ook hoe je voorkomt dat een hond je preparaten opgraaft. (Zie: ‘Waar kan ik meer lezen?’)

Een handleiding voor het gebruik van de preparaten met richtlijnen voor hoeveelheden is in deze publicatie te vinden.

Kant-en-klare preparaten en ingrediënten voor preparaten, zoals hertenblazen en koeienhoorns, zijn te bestellen bij  De Beersche Hoeve.

Er is allerlei onderzoek uitgevoerd waarin positieve werkingen van preparaten zijn vastgesteld, zoals betere bodemvruchtbaarheid, betere doorworteling, betere weerstand van het gewas tegen ziekten en plagen, en betere productkwaliteit. Andere onderzoeken laten tegenstrijdige resultaten zien of geen werking. Een overzicht van onderzoek is hier te vinden

Dat spuitpreparaten een harmoniserende of regulerende werking hebben op de gewasontwikkeling, is de conclusie van onderzoek van het Louis Bolk Instituut in 1995: ‘70 jaar praktijk en onderzoekservaring met de biologisch-dynamische spuitpreparaten’. In situaties dat de groei te weelderig is, wordt deze afgeremd. Omgekeerd wordt de groei gestimuleerd als de groeiomstandigheden te karig zijn, zoals in het vroege voorjaar. In beide gevallen leidt dit tot kwaliteitsverbetering.

Onderzoeker Albert de Vries schrijft in het Nawoord bij Steiners Landbouwcursus (uitgave 2017) over zijn onderzoek op grasland: ‘Het gras met preparaten groeide na elke snede of weidegang in het begin meer ingehouden en vulde zich later sterker. Het bleef ook beter doorgroeien in de droge zomer, de tijd waarin gras van nature minder groeit. Op velden waar chilisalpeter toegediend was, liet het gras met preparaten zich minder opjagen. Deze waarnemingen brachten me op het begrip ‘emancipatie’. Het gras ‘emancipeerde’ zich van de omgeving, liet zich minder verstoren door invloeden van buitenaf, was minder ‘natuurgras’ en toonde meer gecultiveerde eigenheid.’

Wie met preparaten werkt, doet eigen ervaringen en inzichten op. De ervaringen en waarnemingen van 14 boeren/preparatenmakers, afkomstig van alle delen van de wereld, zijn opgetekend in een internationaal onderzoek. Waarnemingen zijn bijvoorbeeld: de stemming verandert (alsof de natuur jubelt; alsof er meer kleur is), koeien eten liever het gras van geprepareerd weiland, de bodemstructuur verbetert (‘Ik zie bij ons minder erosie dan bij de (biologische) buren’), de compost verteert beter en ruikt minder. Maar er zijn ook boeren die geen effecten waarnemen van de preparaten. Het kan stimulerend werken door bewust dingen uit te proberen, bijvoorbeeld de ene composthoop wel prepareren en de andere niet; of voor en na een kiezelbespuiting een gewas natekenen en daarbij aandachtig waarnemen.

De Initiatiefgroep Onderzoek Vormkrachten en Levenskrachten organiseert cursussen en oefengroepen voor mensen die ervaring willen opdoen met het bewust waarnemen van levenskrachten.

Inspirerende ervaringen

Vanuit nieuwsgierigheid, verwondering en een open, onderzoekende houding blijken veel boeren en tuinders inspirerende, persoonlijke ervaringen op te doen door het werken met preparaten. Lees hier meer persoonlijke ervaringen met preparaten. [link naar aparte pagina met info hieronder]

Meer weten/lezen over preparaten?

Hier lees je inspirerende ervaringsverhalen

Vind meer informatie in deze artikelen.